Overslaan en naar de inhoud gaan

Sinds 1 mei 2019 is de hervormde vennootschapswet van kracht. Die moet ondernemen eenvoudiger en flexibeler maken. Naast een aantal wijzigingen op het vlak van vennootschapsvormen, startkapitaal, aandeelhouders en stemrecht, heeft de nieuwe wetgeving ook implicaties op de aansprakelijkheid van bestuurders van vennootschappen en verenigingen.

Wat verandert de nieuwe vennootschapswet aan uw bestuurdersaansprakelijkheid?

Begrenzing van de aansprakelijkheid van bestuurders

Volgens de vorige wetgeving konden bestuurders onbeperkt aansprakelijkheid gesteld worden. De nieuwe wet voert zogenaamde ‘caps’ in: maximumbedragen of plafonds waartoe de aansprakelijkheid van bestuurders beperkt wordt. De grensbedragen variëren tussen 125.000 en 12,5 miljoen euro en zijn afhankelijk van de grootte van de vennootschap.

De aansprakelijkheidsbegrenzing kent echter beperkingen: ze geldt alleen voor ‘toevallige lichte fouten’. Bij herhaaldelijke lichte fouten en zware fouten als fraude, bedrog en niet-betaling van sociale bijdragen, btw en bedrijfsvoorheffing is de aansprakelijkheidsbeperking niet van toepassing. Ook eventuele buitenlandse filialen van de vennootschap vallen niet onder de beperking.

Aansprakelijkheid bij ‘wrongful trading’

De hervormde vennootschapswet houdt ook een nieuwe ‘wrongful trading’-bepaling in. Bestuurders die een vennootschap in stand houden als een faillissement onafwendbaar is, kunnen persoonlijk aansprakelijk gesteld worden. Hetzelfde geldt als ze verlieslatende activiteiten blijven voortzetten zonder uitzicht op verbetering.

Uitbreiding van de hoofdelijke aansprakelijkheid

Leden van een bestuursorgaan waren al hoofdelijk aansprakelijk voor inbreuken op de vennootschapswet. Dat houdt in dat ze persoonlijk aangesproken kunnen worden voor schade die het gevolg is van beslissingen of nalatigheden van het bestuursorgaan. Die hoofdelijkheid wordt nu uitgebreid naar aansprakelijkheid wegens loutere bestuursfouten (bijvoorbeeld het uitvoeren van gevaarlijke beleggingen, het niet tijdig protesteren van onjuiste facturen, het niet bijwonen van vergaderingen van de raad van bestuur, …).

De nieuwe wet biedt wel een ontsnappingsroute: een bestuurder kan zich onttrekken aan zijn hoofdelijke aansprakelijkheid als hij geen aandeel heeft in de fout én als hij tijdig (schriftelijk) melding heeft gemaakt aan de overige leden van het bestuur.

Welke invloed heeft de nieuwe vennootschapswet op uw verzekering bestuurdersaansprakelijkheid?

Als bestuurder dekt u zich best in met een verzekering bestuurdersaansprakelijkheid of D&O (Directors & Officers Liability). Die beperkt uw financiële risico’s, want u kunt persoonlijk – in uw privévermogen – aansprakelijk gesteld worden voor fouten die u maakt in het kader van uw bestuursfunctie. De nieuwe bepalingen in de vennootschapswet doen zo’n bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering misschien overbodig lijken, maar niets is minder waar.

  • De beperking van uw aansprakelijkheid als bestuurder geldt enkel voor toevallige lichte fouten. De grens met herhaaldelijke, niet toevallige lichte fouten is vaag en zal ongetwijfeld nog tot discussie leiden. Bovendien is de begrenzing niet van toepassing op buitenlandse rechtspersonen.
  • In geval van betwisting kunnen de verdedigings- en onderzoekskosten hoog oplopen. Zulke kosten zijn gedekt in een D&O-polis.
  • Voor fouten gemaakt vóór ingang van de nieuwe wetgeving blijft de onbeperkte aansprakelijkheid gelden.

Met de nieuwe aansprakelijkheidsbeperking kunt u dus niet zonder meer op beide oren slapen. Een gepaste verzekering bestuurdersaansprakelijkheid blijft aangeraden.

Meer info?

Contacteer ons gerust voor meer informatie of advies over de verzekering van uw aansprakelijkheid als bestuurder. U kunt ons bereiken op 03 482 15 30 of via info@vandessel.be.

Op de hoogte blijven van het belangrijkste verzekeringsnieuws? Registreer u voor onze driemaandelijkse nieuwsbrief.

Bekijk onze vorige nieuwsbrieven